De droom van William Miller

William Miller’s droom

INTRODUCTIE

De droom van William Miller is een levendige voorstelling van de geschiedenis van de Adventbeweging – haar nederige begin, haar groei en voortgang, de huidige situatie van achteruitgang en afvalligheid, de verwerping van fundamentele waarheden en haar glorieuze herstel onder de beweging van de Luide Roep zijn allen vertegenwoordigd. Deze droom is meer voor ons gegeven dan voor broeder Miller zelf. (i)

 

Het is ons gebed, met het publiceren van dit artikel, dat u de vrede van Christus mag vinden door te ontdekken dat Hij deze dingen aan ons bekend heeft gemaakt voordat ze plaatsvonden (Johannes 13:19). En dat deze dingen ons zijn gegeven om ons geloof te versterken voor die grote dag des Heeren.

Hieronder bevindt zich de droom van William Miller in dik gedrukte letters gevolgd door enige verklarende woorden.

 

De droom van William Miller.

Ik droomde dat God mij door een onzichtbare hand een zonderling kistje zond, dat tien inches lang was bij zes vierkante inch, gemaakt van ebbenhout en wonderlijk ingelegd met parels. …”

  • Het kistje is de Bijbel –

“De Bijbel is een veld waar hemels schatten verborgen liggen, en deze zullen verborgen blijven totdat zij, door ijverige graven, worden ontdekt en aan de oppervlakte worden gebracht. De Bijbel is een schatkist die juwelen van onschatbare waarden bevat, die zodanig gepresenteerd dienen te worden, dat de wezenlijke glans ervan wordt gezien. Maar de schoonheid en voortreffelijkheid van deze diamanten van waarheid worden niet onderscheiden door het natuurlijke oog. De mooie dingen van de materiële wereld worden niet zichtbaar totdat de zon de duisternis verwijderd, en hen beschijnt met zijn licht. En zo is het ook met de schatten van Gods woord; deze zullen niet gewaardeerd worden totdat ze geopenbaard worden door de Zon der Gerechtigheid.” {CT 421.2}

  • De afmetingen van het kistje –

Tien inches lang bij 6 vierkante inches (10x6x6) maakt een totaal van 360 inch3. Hierin kunnen we het jaar-dag principe terugvinden, wat de primaire regel van Miller en zijn medearbeiders was om de profetieën uit te leggen (The Great Controversy, 335)

 

“… Aan het kistje was een sleutel gehecht. …”

De sleutel die de Bijbel voor William Miller opende waren zijn regels van interpretatie die hij hanteerde in zijn studie van Gods Woord:

“Degene die de 3e engelboodschap verkondigen, onderzoeken de bijbel op dezelfde manier zoals vader Miller het gedaan heeft. In het kleine boekje “Views of the Prophecies and Prophetic Chronology”, heeft vader Miller de volgende eenvoudige, maar verstandige regels voor Bijbelstudie en voor Bijbelse interpretatie opgesteld:

1.Ieder afzonderlijk woord is belangrijk met betrekking op het in de Bijbel aangetoonde thema; 2. De hele Bijbel is noodzakelijk en zij kan doorgaans door zorgvuldige interpretatie en ijverige studie worden verstaan. 3. Niets van wat in de Bijbel geopenbaard is, kan of wordt onthouden aan degene die in het geloof daarom bidden en niet weifelen. 4. Om leerpunten te verstaan, moet u alle Bijbelverzen m.b.t. dit thema bij elkaar zoeken. Laat dan ieder afzonderlijk woord werken, en wanneer u uw theorie kunt formuleren, zonder een tegenstrijdigheid te vinden, dan kan het niet fout zijn. 5. De Bijbel moet zich zelf uitleggen, omdat zij de maatstaf in zichzelf draagt. Wanneer ik op een leraar vertrouw dat hij mij de Bijbel kan uitleggen en hij gaat gissen naar de betekenis of hij geeft er een bepaalde betekenis die overeenkomt met zijn geloofsbelijdenis of omdat hij daardoor wijs wil lijken, dan is niet de Bijbel mijn maatstaf maar zijn gissing, zijn wens, zijn geloof of zijn wijsheid.

De bovenstaande punten zijn maar een deel van de regels en bij onze Bijbelstudie doen we er goed aan al deze beginselen op te volgen. {RH 25 november 1884}

 

“… Onmiddellijk nam ik de sleutel en opende het kistje, toen ik tot mijn verwondering allerlei soorten van juwelen, diamanten, edelstenen, en gouden en zilveren geldstukken van alle grootten en waarden zag, die prachtig geschikt lagen, ieder op zijn eigen plek in het kistje; en op die wijze geschikt weerspiegelden zij een licht en heerlijkheid, die alleen door de zon geëvenaard wordt. …”

Zoals reeds beschreven in CT 421, representeren de juwelen de waarheden in Gods Woord. De vraag die vervolgens reist, is welke waarheden het zijn die duidelijk voor William Miller geopenbaard werden tijdens zijn onderzoek van de Schriften? Het begin van de keten der waarheden – namelijk de beginpunten van de 2300, 2520, 1290 en de 1335 jaar profetieën werden aan hem geopenbaard:

“Door een verdere studie van de Schrift, concludeerde ik dat de zeven tijden van de heidense overheersing moest beginnen toen de Joden, bij de gevangenneming van Manasse, ophielden een onafhankelijke natie te zijn, wat door de beste chronologen vastgesteld werd in 677 v.Chr.; dat de 2300 dagen begonnen met de zeventig weken, die door de beste chronologen gedateerd werden vanaf 457 v.Chr.; en dat de 1335 dagen begonnen met “het wegnemen van het gedurig en het opstellen van de verwoestende gruwel” (Daniël 12:11), die gedateerd werd bij de oprichting van de pauselijke overheersing, nadat de heidense gruwel was weggenomen, en die, volgens de beste geschiedschrijvers die ik kon raadplegen, gedateerd was op 508 na Christus. Al deze berekeningen van de verschillende periodes, vastgesteld door de beste chronologen, vanaf de gebeurtenissen waar zij duidelijk berekend zouden moeten worden, komen samen in ongeveer 1843 na Christus. Ik kwam dus, in 1818, aan het einde van mijn tweejarige studie van de Schrift, tot de ernstige conclusie, dat in ongeveer 25 jaren alle kwesties van onze huidige staat zouden eindigen en dat, in de plaats van de koninkrijken van deze wereld, het vredevolle en lang verwachte koninkrijk van de Messias zou worden opgericht onder de hele hemel; dat, in ongeveer 25 jaar de heerlijkheid van de Heer geopenbaard zou worden, en alle vlees het tegelijkertijd zou zien, – de woestijn ontspruit en bloeit als de roos, de dennenboom komt op in plaats van de doorn, en in plaats van de rozenbottel de mirte struik, – de vloek wordt verwijderd van de aarde, de dood wordt vernietigd, de beloning gegeven aan de dienaren van God, de profeten en de heiligen, en zij die Zijn naam vrezen, en zij die de aarde vernietigen worden vernietigd. (Memoirs of William Miller, 76.1)

De juwelen van waarheid, geopenbaard aan Miller, zijn die waarheden die van 1840 tot 1844 zijn verkondigd en duidelijk uiteengezet op de 1843 en 1850 kaarten. (ii)

schatkistje

 

“…Ik vond, dat het mijn plicht was niet alleen te genieten van dit wonderbare schouwspel, ofschoon mijn hart overgelukkig was bij het zien van de glans, schoonheid en waarde van de inhoud. Ik plaatste het daarom op een tafel in het midden van mijn kamer en liet weten, dat allen die dat wensten, konden komen om het heerlijkste en schitterendste schouwspel te zien, dat een mens ooit in dit leven gezien heeft. De mensen begonnen te komen, in de aanvang weinig in getal, maar toenemende tot er een menigte was. In het begin toen zij in het kistje keken, verwonderden zij zich en juichten van blijdschap. …“

William Miller gaf zijn eerste preek over de Tweede Advent van Christus op 14 augustus 1831. (iii) Het onderwerp van zijn eerste uiteenzetting was Daniel 7 en 8. Dit laat zien dat de Bijbelse profetie altijd al het hart van de Adventboodschap is geweest.

God plaatste zijn zegel van goedkeuring op het werk van Miller door de bekering van zielen die van God waren afgeweken. Na de eerste serie van presentaties ontving hij meer uitnodigingen uit andere plaatsen om te spreken, waardoor het werk zich geleidelijk aan uitbreidde.

Tot 1840 was het aantal mensen dat de boodschap van de Tweede Advent accepteerde, relatief laag, in vergelijking met de bewegingen die erop volgde. Op 11 augustus 1840 werd het jaar-dag principe voor de wereld bevestigd door de vervulling van een profetie m.b.t. Islam (de tweede Wee van Openbaring 9). Het verslag vertelt ons:

“In 1840 ging een andere profetie in vervulling, die algemene belangstelling trok. In 1838 had Josiah Litch, één van de belangrijkste verkondigers van de wederkomst van Christus een werk gepubliceerd waarin hij zijn interpretatie van Openbaring 9 gaf en de val van het Ottomaanse rijk voorzegde. Volgens zijn berekeningen zou deze macht „in de loop van de maand augustus 1840″ ten val worden gebracht. Enkele dagen vóór de vervulling schreef hij: „Als wij ervan uitgaan dat de eerste periode van 150 jaar precies is uitgekomen vóór Deacozes met toestemming van de Turken de troon besteeg en dat de 391 jaar en 15 dagen begonnen aan het einde van de eerste periode, dan moeten deze eindigen op 11 augustus 1840. Op die dag zal de Ottomaanse macht in Constantinopel ten val komen. Ik geloof dat dit inderdaad het geval zal blijken te zijn” (Josiah Litch, in Signs of the Times, and Expositor of Prophecy, 1 aug. 1840).

“Op het aangeduide tijdstip aanvaardde Turkije door bemiddeling van zijn ambassadeurs de bescherming van de Europese mogendheden en kwam het onder controle van christelijke landen. De voorspelling was nauwkeurig uitgekomen (zie Aanhangsel onder ‘De val van het Ottomaanse rijk’) Toen dit bekend werd, kwamen zeer veel mensen tot de overtuiging dat de beginselen die Miller en zijn medewerkers volgden bij de uitleg van de profetieën juist waren….. Dit was een zeer grote steun voor de Adventbeweging. Knappe en invloedrijke mannen sloten zich bij Miller aan en hielpen hem bij de verkondiging en publikatie van zijn opvattingen. Het werk maakte grote vorderingen tussen 1840 en 1844.” (The Great Controversy, 334-335)

Het was pas na de vervulling van deze profetie dat vele mensen de kamer inkwamen om het schatkistje en de waarheden die het bevatte, te bekijken.

 

“…Maar toen de toeschouwers toenamen, begon iedereen zich te bemoeien met de juwelen en ze uit het kistje te nemen en op de tafel te verspreiden. Op dat moment begon ik te denken, dat de eigenaar het kistje en de juwelen weer van mij terug zou eisen en dat, indien ik toeliet dat ze overal neergelegd werden, ik ze nimmer weer op hun plaats in het kistje zou kunnen krijgen, zoals ze geweest waren en ik voelde dat ik de verantwoordelijkheid ervan nooit zou kunnen dragen, want die zou zeer groot zijn. Toen begon ik te pleiten met de mensen, dat zij ze niet zouden aanraken en ook niet uit het kistje zouden nemen; maar hoe meer ik pleitte, des te meer verstrooiden ze ze in het rond. Nu schenen zij ze zelfs door heel de kamer te verspreiden, op de vloer en op ieder meubelstuk in de kamer. Toen zag ik, dat onder de echte juwelen en geldstukken, die zij verspreid hadden er een ontelbaar aantal onechte juwelen en nagemaakte geldstukken waren. …”

Toen de menigte begon toe te nemen, begonnen zij de originele juwelen te verspreiden en valse juwelen onder hen te introduceren. Als de originele juwelen de waarheden uit de Bijbel representeren – of meer specifiek, de waarheden weergegeven op de 1843 en 1850 kaart, dan is het logische gevolg dat de valse juwelen valse doctrines, valse leerstellingen – valse profetie voorstellen.

Het eerste werk van verstrooiing begon aan aantal jaar na het hoogtepunt van de Tweede Adventbeweging op 22 oktober 1844. Het eerste juweel dat verstrooid werd was de 2520, ironisch genoeg, door James White zelf in 1863. Vanaf hier nam de verstrooiing van de echte juwelen geleidelijk aan toe, net als de introductie van valse juwelen. Dit wordt zichtbaar door bijvoorbeeld de introductie van de valse uitleg van het “gedurig” in Daniel, dat door L.R. Conradi in 1905 werd geïntroduceerd. Waarover, overigens, de Geest der Profetie erg duidelijk was dat zij die de roepstem van het uur des oordeels deden horen vóór de grote telleurstelling van 1844, het juiste inzicht erin hadden (EW 74). (iv) Dit is tevens vervuld in de introductie van pantheïstische afval door br. Kellogg in 1897, (v) of de verwerping van inspiratie van de Bijbel door br. Butler in 1884. En het is keer op keer vervuld in de jaren die erop volgde, waardoor we ons nu in onze huidige toestand bevinden waar alle waarheden die ons aan het begin van de beweging gegeven zijn verworpen zijn, veranderd zijn, of er openlijk tegen gestreden wordt binnen alle rangen van de kerk.

William-Miller-Portrait

“…Ik was zeer vertoornd over hun lage gedrag en hun ondankbaarheid en bestrafte hen erover en verweet het hun, maar hoe meer ik bestrafte, des te meer verspreidden zij de onechte juwelen en nagemaakte geldstukken onder de echte.
Toen werd ik bitter in mijn gemoed en begon mijn lichaamskracht te gebruiken om hen uit de kamer te duwen; maar terwijl ik er een uitstootte, kwamen er drie anderen binnen en brachten vuil en houtkrullen en zand en allerlei rommel binnen, totdat iedere echte juweel, diamant en geldstuk ermee bedekt was en ze niet langer zichtbaar waren. …”

Het vuil en de houtkrullen representeren tradities en menselijke interpretatie:

“De juwelen van waarheid liggen verstrooid over het veld van de openbaring; maar ze zijn begraven onder menselijke tradities, onder woorden en geboden van mensen, en de wijsheid van de hemel is praktisch genegeerd; want Satan heeft er succes in gehad de wereld te laten geloven dat de woorden en prestaties van mensen van grote waarde zijn…” (Christian Experience and Views of Ellen White, 86.1)

Woorden en geboden van mensen, of menselijke interpretaties, worden toegestaan door het aannemen van de historisch-kritische methode en andere gerelateerde methoden van Bijbelse interpretatie. Deze methoden die de mens als oordelaar van Gods Woord maakt en mensen naar geleerden verwijst in tegenstelling tot het, onder gebed, zelfstandig studeren, worden uitstekend geïllustreerd als het “vuil en houtkrullen” welke het licht verduisteren, dat God aan Zijn volk verlangt te geven.

Het is belangrijk te constateren dat het vuil en houtkrullen “iedere echte juweel” bedekt totdat ze allemaal “niet langer zichtbaar” zijn. Dit is het catastrofale gevolg van het aannemen van de historisch-kritische en historisch-grammaticale methoden van Bijbelse interpretatie, boven de enige ware Bijbelse methode, de “bewijs-tekst methode” (proof-text method) (Jesaja 28-9-12).

Als iemand begint met verkeerde aannames, dan zal dit uiteindelijk leiden tot verkeerde conclusies. En als onze basis – onze methode van Bijbel interpretatie, verkeerd is, dan leidt dit tot verkeerde geloofspunten over wat de Bijbel ons leert. De enorme oogst van valse interpretatiemethoden zien we terug in de huidige toestand van onze gemeente, waar iedere wind van leer waait die velen van het smalle pad leiden.

 

“…Ze braken mijn kistje ook stuk en strooiden de stukken rond in het vuil. …”

Gevolgd op de verstrooiing van de echte juwelen en de introductie van valse juwelen, werd vervolgens het kistje – de Bijbel zelf – gebroken en onder het vuil verstrooid. We zien dat de Bijbel inderdaad onderworpen is aan dergelijk geweld door artikelen geschreven door leiders van de kerk (G.I. Butler in een serie artikelen in de Review and Herald, Conference President in 1884). Hierin promootte Butler het idee van gradaties van interpretatie in de Bijbel. Sommige teksten, zo zag hij het, hadden de hoogste vorm van inspiratie, terwijl andere “nauwelijks geïnspireerd” (vi) zijn. Ondanks het feit dat de Bijbel zegt dat “alle woorden Gods zuiver zijn” en “al de Schrift van God ingegeven is” (Spreuken 30:5, 2 Timotheüs 3:16).

Het werk van het verbreken van het kistje is vervolgens doorgezet in het introduceren van valse Bijbelvertalingen in de 1930’er jaren. Zoals Miller met alle kracht vocht om het werk van vernietiging tegen te gaan, zo werden gelovigen mannen opgericht die het werk van afval tegenwerkten in hun dagen. B.G. Wilkinson, auteur van het boek “Our Authorized Bible Vindicated”, was zulk een man. En zijn sterke argumenten tegen het breken van het kistje (de King James Bijbel) zijn opgenomen in dat volume. (vii)

 

“…Ik dacht dat niemand acht sloeg op mijn verdriet of mijn toorn. Ik werd geheel en al hopeloos en moedeloos en zat neer en weende. …”

Het is vaak in de donkerste momenten, dat de oprechte gelovigen in waarheid de nutteloosheid inzien van het strijden in eigen kracht tegen het ongeloof, en tot hopeloosheid worden gebracht, dat Christus zich op duidelijke wijze zich in het werk voegt. Zo was het ook met Johannes toen hij weende en niemand vond die waardig was het boek met de zeven zegelen te openen (Openbaring 5:1-6); en zo is het vandaag als de droom van William Miller’s zich vervuld.

 

“…Terwijl ik op die wijze weende en over mijn groot verlies en mijn verantwoordelijkheid treurde, dacht ik aan God en bad ernstig tot Hem om mij hulp te zenden. Onmiddellijk opende zich de deur en een man trad de kamer binnen en al de mensen gingen er uit. Hij had een bezem in zijn hand, opende de vensters en begon het vuil en de rommel uit de kamer op te vegen. Ik riep hem toe het niet te doen, omdat er kostbare juwelen onder de rommel lagen. Hij zei tot mij, “Vrees niet”, want hij zou “er zorg voor dragen. …”

Dat Christus de man met de bezem is, wordt duidelijk in de woorden “vreest niet”. Het was Christus die de geliefde Johannes toesprak met “vreest niet” in het eerste hoofdstuk van de Openbaring (Openbaring 1:10-17):
10 En ik was in den geest op den dag des Heeren; en ik hoorde achter mij een grote stem, als van een bazuin,
11 Zeggende: Ik ben de Alfa en de Omega, de Eerste en de Laatste; en hetgeen gij ziet, schrijf dat in een boek, en zend het aan de zeven Gemeenten, die in Azie zijn, namelijk naar Efeze, en naar Smyrna, en naar Pergamus, en naar Thyatire, en naar Sardis, en naar Filadelfia, en naar Laodicea.
12 En ik keerde mij om, om te zien de stem, die met mij gesproken had; en mij omgekeerd hebbende, zag ik zeven gouden kandelaren;
13 En in het midden van de zeven kandelaren Een, den Zoon des mensen gelijk zijnde, bekleed met een lang kleed tot de voeten, en omgord aan de borsten met een gouden gordel;
14 En Zijn hoofd en haar was wit, gelijk als witte wol, gelijk sneeuw; en Zijn ogen gelijk een vlam vuurs;
15 En Zijn voeten waren blinkend koper gelijk, en gloeiden als in een oven; en Zijn stem als een stem van vele wateren.
16 En Hij had zeven sterren in Zijn rechterhand; en uit Zijn mond ging een tweesnijdend scherp zwaard; en Zijn aangezicht was, gelijk de zon schijnt in haar kracht.
17 En toen ik Hem zag, viel ik als dood aan Zijn voeten; en Hij legde Zijn rechterhand op mij, zeggende tot mij: Vrees niet; Ik ben de Eerste en de Laatste;
18 En Die leef, en Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods.

En het is Christus die gelovigen vermaand niet te vrezen want het is Gods welbehagen hen het Koninkrijk te geven: “Vreest niet, gij kleine kudde, want het is uws Vaders welbehagen ulieden het Koninkrijk te geven.” (Lukas 12:32).

 

“…Dit alles heeft me grote vertroosting en vreugde gebracht.”—WM. MILLER, Low Hampton, NY Dec. 3, 1847.

 

“… En toen, terwijl hij het vuil en de rommel, de onechte juwelen en nagemaakte geldstukken opveegde, steeg het alles samen op en dreef als een wolk het venster uit en de wind voerde het met zich mee. In het gewoel sloot ik mijn ogen een ogenblik, toen ik ze weer open deed was al het vuilnis weg. …”

Deze handelingen wijzen naar een werk van zuivering en herstel onder Gods volk. Christus zelf staat aan het hoofd van het werk. De valse leer, tradities en menselijke interpretaties die de juwelen van waarheid verborgen hebben, zullen worden weggeveegd en de waarheid zal hersteld worden tot zijn rechtmatige plek. Dit werk is voorzegd in de Schriften in het wederkeren naar de “oude paden” (Jeremia 6:16). En is voorafschaduwd door Elia die zou komen om “alles weder op te richten” (Mattheus 17:11). Een terugkeer naar de oude paden in deze dagen is noodzakelijkerwijs een wederkeren naar de leerstellingen uit de periode van 1840 tot 1844, afgebeeld op de 1843 en 1850 kaarten, aangezien deze waarheden de “paden” voorstellen die aan het begin van de beweging zijn gelegd. Dit zijn de paden waar Gods volk van is afgedwaald.

 

“… De kostbare juwelen, de diamanten, de gouden en zilveren geldstukken lagen overal door de kamer verspreid. Hij plaatste toen een kistje op de tafel, veel groter en prachtiger dan het vorige en nam de juwelen, de diamanten en de geldstukken met handenvol op en wierp ze in het kistje, totdat er niet één overgebleven was, ofschoon sommige van de diamanten niet groter waren dan de punt van een speld. …”

Als deel van het werk van herstel wordt het kistje – de Bijbel zelf – hersteld, maar groter en mooier dan daarvoor. Wat is het de Schriften verdiept en mooier maakt? Het is de Geest der Profetie waarmee God tot Zijn volk spreekt vandaag de dag:

“In vroeger tijden sprak God tot de mensen door de mond van profeten en apostelen. In deze tijd spreekt Hij tot hen door de Getuigenissen van Zijn Geest. Er is nooit een tijd geweest waarin God Zijn volk met meer ernst instructies heeft gegeven dan nu, aangaande Zijn wil, en de koers die Hij van hen verlangd te gaan.” Testimonies for the Church Vol. 5, 661

“Het woord van God vloeit over van algemene principes voor de vorming van goede levensgewoonten, en zowel in het algemeen als persoonlijk zijn de Getuigenissen bedoeld om de aandacht meer in het bijzonder op deze beginselen te vestigen.” Ibid.,663-664

Het zaad van rebellie tegen de Getuigenissen werden reeds geplant in de vroege jaren van de kerk. In 1883 begon Uriah Smith, een toenmalig prominent onderwijzer binnen de denominatie, twijfels te uiten met betrekking tot de profetische gave van Ellen White. Het was Smith die het idee opperde en openlijk verkondigde dat niet alle geschriften van zr. White geïnspireerd zijn, wat resulteerde in een niet mis te verstane grote rebellie tijdens de Generale Conferentie van 1888. Dit was het zaad dat resulteerde in de laatste misleiding van Satan – het van geen waarde maken van de Getuigenissen van de Gods Geest. (Selected Messages volume 1, 48)

Het herstel van de Geest der Profetie is onderdeel van het werk van Christus in de wederoprichting aller dingen.”

“Naarmate het einde nadert en het werk om de wereld de laatste waarschuwing te geven zich uitbreidt, wordt het voor hen die de huidige waarheid aannemen steeds belangrijker om een helder begrip te hebben van de aard en de invloed van de Getuigenissen, die God in Zijn voorzienigheid vanaf het allereerste begin van de derde engelenboodschap daarmee heeft verbonden.” Testimonies for the Church Vol. 5, 654

 

“… Toen riep hij mij om te “komen en te zien. …”

De woorden “kom en zie” in de Schriften worden geassocieerd met het ontzegelen van het profetisch licht (Openbaring 6:1-7). Het licht dat ontzegeld wordt in de tijd wanneer God de fundamenten van het Adventisme herstelt, is het licht van de vierde engel van Openbaring 18. Het is het licht van deze engel, dat zich bij de derde engelen boodschap voegt, dat ervoor zorgt dat de juwelen van waarheid met grotere glorie zullen schijnen dan voorheen:

“Ik zag engelen heen en weer snellen in de hemel, zag hen nederdalen naar de aarde, en wederom opstijgen naar de hemel, voorbereidingen treffen voor het vervullen van de ene of andere belangrijke gebeurtenis. Toen zag ik een andere machtige engel, die last kreeg om naar de aarde af te dalen, en zijn stem te voegen bij die van de derde engel, en kracht en nadruk aan diens boodschap mee te geven. Er werd aan de engel grote macht en heerlijkheid verleend, en toen hij afdaalde, werd de aarde verlicht door zijn heerlijkheid. Het licht, dat deze engel met zich voerde, drong overal door, en hij riep krachtig met een grote stem, zeggende: “Babylon is gevallen, is gevallen, en is geworden een woonstede der duivelen, en een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een bewaarplaats van alle onrein en hatelijk gevogelte.” De boodschap van de val van Babylon, gelijk die gegeven werd door de tweede engel, wordt herhaald, met de verdere aanduiding van het bederf, dat sinds 1844 in de kerken is binnengekomen. Het werk van deze engel komt op de rechte tijd om zich te voegen bij het laatste grote werk van de boodschap van de derde engel, terwijl die tot een luide kreet aangroeit. En op die wijze wordt Gods volk bereid om te bestaan in de ure der verzoeking, die zij spoedig zullen ondergaan. Ik zag dat er een groot licht over hen scheen, en zij sloten zich bij elkander aan om onbevreesd de boodschap van de derde engel te verkondigen.” {EW 277.1}

 

“… Ik keek in het kistje, maar mijn ogen werden verblind door hetgeen ik zag. Zij blonken met tienmaal groter heerlijkheid dan in het begin. Ik dacht dat ze geschuurd waren in het zand door de voeten van die boze mensen, die ze verstrooid en in het stof vertrapt hadden. Zij waren in prachtige orde in het kistje geschikt, iedere steen op zijn plaats, zonder dat de man, die ze er in wierp, er enige zichtbare moeite voor deed. Ik riep het uit van vreugde en die roep deed mij ontwaken. …“

De roep van broeder Miller stelt de Luide Roep van de derde engel voor, welke wordt verkondigd door het overblijfsel dat deelneemt in het werk van herstel van de oude paden. Het is gedurende de Luide Roep dat alle waarheden die ooit verstrooid waren – de drie engelen boodschap – onder de kracht van de Late Regen verkondigd zullen worden.

De Luide Roep van de derde engel is een voorbode van de climax van de grote strijd en laatste overwinning van de heiligen bij de tweede komst van Christus. (Zie Early Writings 271-272)

 

“…Dit alles heeft me grote vertroosting en vreugde gebracht.”—WM. MILLER, Low Hampton, NY Dec. 3, 1847.

Dat de vertroosting die broeder Miller hierin vond de onze mag zijn; in een bewogen tijd voor zowel kerk als wereld.
—————————————

(I). Zie het document: ‘Brother Miller’s Dream with Notes by James White’, http://temcat.com/L-1-adv-pioneer-lib/JWHITE/DREAM.pdf

(ii). See EW74, GC 392.2, 13MR 359.1-3, 15MR 213.1. In the Pioneer Library see Second Advent Waymarks and High Heaps (Joseph Bates), pg.52, A Seal of the Living God (Joseph Bates), pg. 33, The Great Second Advent Movement (JN Loughborough), pg.108.3, The Present Truth, vol. 1 pg.88 (PTJW 88.10), The Advent Review and Sabbath Herald, vol.2 pg. 64 (ARSH 64.26). Zie ook onze serie aan artikelen/blogs over de fundamenten van ons geloof: https://deb-ministries.org/2016/08/04/16-het-fundament-gelegd-tussen-1840-en-1844/

(iii). LeRoy Edwin Froom, Prophetic Faith of our Fathers, vol.4, pg.484

(iv). Toen zag ik met betrekking tot het “gedurig” van Dan. 8:12, dat het woord “offer” daar door menselijke wijsheid aan toegevoegd was en niet bij de tekst behoort en dat de Heer het rechte inzicht erin gaf aan degenen, die de roepstem van het uur des oordeels deden horen. Toen er eenheid heerste, vóór het jaar 1844, hadden bijna allen hetzelfde inzicht over het correcte begrip van het “gedurige”, maar in de verwarring sedert 1844 zijn er andere inzichten aangenomen en duisternis en verwarring zijn er op gevolgd.” Eerste Geschriften blz. 80-81 (72-73)

(v). Voor meer informatie over de crisis omtrent pantheisme –http://www.ellengwhiteestate.org/books/mol/Chapt18.html#PantheismCrisis

(vi).

“Het volgende jaar (1884) schreef Butler een tien-delige serie in de Adventis Review, en stelde dat de gehele inhoud van de Bijbel kon worden ingedeeld in vijf verschillende ‘niveaus’ van inspiratie, van volledige inspiratie tot dat wij hij ‘nauwelijks geïnspireerd kon noemen’. [George I. Butler, “Inspiration,” Advent Review and Sabbath Herald (hereafter RH), January 8, 1884, 24; January 15, 1884, 41; January 22,1884, 57, 58; January 29,1884, 73, 74; February 5, 1884, 89, 90; April 15, 1884, 249, 250; April 22, 1884, 265-267; May 6, 1884, 296, 297; May 27, 1884, 344-346; June 3, 1884, 361, 362]. Ondanks het feit dat zijn ideeën door vele kerkleden geaccepteerd werden, werden ze verworpen door zr. White. (1889) [E. G. White, Selected Messages, (Hagerstown, Md.: Review and Herald Pub. Assn., 1958), 1:23] en bij anderen zoals de auteur van de 1893 geschreven sabbatschoolles.”

(Alberto R. Timm, Understanding Inspiration: The Symphonic and Wholistic Nature of Scripture)

(vii). Een elektronische kopie van ‘Our Authorized Bible Vindicated’ kunt u hier terugvinden (Engels): http://www.futurenews.ca/wp-content/uploads/2015/06/Our_Authorized_Bible_Vindicated.pdf