Het getuigenis der pioniers
Het was het unanieme getuigenis van de Adventpioniers dat de 1843 kaart een vervulling van Bijbelse profetie was, en dat het de boodschappen bevatte, die zij in die tijdsperiode verkondigden:
Joseph Bates
“In mei 1842 werd een Generale Conferentie in Boston, Massachutes, bijeengeroepen. Bij de opening van deze vergadering presenteerde de broeders Charles Fitch en Appollos Hale van Haverhill de grafische afbeelding van Daniël en Johannes, die zij op doek hadden geschilderd inclusief de profetische getallen en de vervulling ervan verklaard. Terwijl broeder Fitch de kaart voor de conferentie uitlegde zei hij, dat hij bij de bestudering van deze profetieën bedacht had dat het goed zou zijn als hij zo iets als deze kaart kon publiceren, het zou het onderwerp gemakkelijker maken en het hem eenvoudiger maken het aan zijn toehoorders uit te leggen. Hier kwam meer licht op onze weg. Deze broeders hebben gedaan, wat de Heere 2468 jaar voordien aan Habakuk in zijn visioen had laten zien, waar Hij zei: “Schrijf het gezicht, en stel het duidelijk op tafelen, opdat daarin leze die voorbijloopt. Want het gezicht zal nog tot een bestemde tijd zijn.” (Habakuk 2:2-3a) … Na enige discussie over het thema werd unaniem besloten dat er 300 exemplaren van deze kaart zouden worden gedrukt, wat kort daarop ook gebeurde. Deze werden de 1843 kaarten genoemd. Het was een zeer betekenisvolle conferentie.” (The Autobiography of Joseph Bates p. 263)
“William Miller was de leidende man, en allen die dezelfde leer en met dezelfde chronologische kaarten preekten, waren van hetzelfde geloof, of één in de boodschap. (Joseph Bates, A Seal of the Living God, 33)
J.N. Loughborough
“Zij die de ‘advent-verkondiging’ brachten, beweerden dat dit “visioen” met zijn “vastgestelde” tijd, genoemd door de profeet Habakuk, de visioenen van de profetieën van Daniël en de Openbaring insloten. Zij maakten deze zo duidelijk in hun uiteenzetting ervan op hun profetische kaarten, dat hij die de interpretatie las, het inderdaad kon “naspeuren” en de informatie aan anderen kon doorgeven.” (J.N. Loughborough, The Great Sevond Advent Movement: Its Rise and Progress, 108)
James White
Het kernpunt van de kaart en de boodschap erop is verwoord in de verklaring van James White over het originele geloof van de Zevende-dags Adventisten:
“Het werd door de lektoren en de publicaties van de “Tweede Advent” eenstemmig bevestigd, dat, wanneer men stond op “HET OORSPRONKELIJKE GELOOF”, de uitgave van de kaart een vervulling van Habakuk 2:2-3 betekende. Als de kaart een thema van de profetie was (en wie dat tegenspreekt, verlaat het oorspronkelijke geloof), dan betekent dat, dat het jaar 457 v.Chr. het uitgangspunt van de 2300 dagen is (Daniël 8:14). Het was noodzakelijk dat eerst 1843 als tijd werd gepubliceerd, zodat de tijdsvoorspelling kon “vertoeven“ (Habakuk 2:3), of dat er een tijd van “vertoeven” kon zijn, waarin de groep maagden sluimerden en sliepen gedurende de grote gebeurtenis aller tijden, kort voordat ze door de middernachtsroep (Mattheüs 25:6) wakker gemaakt werden.” (James White, Second Advent Review and Sabbath Herald December 1850, 13)