1/6. Het fundament gelegd tussen 1840 en 1844

De Fundamenten

Het fundament gelegd tussen 1840 en 1844

Als de fundamenten zijn verwoest, wat kan de rechtvaardige dan doen?” (Psalm 11:3 KJV)

De verborgene dingen zijn voor den HEERE, onzen God; maar de geopenbaarde zijn voor ons en voor onze kinderen, tot in eeuwigheid, om te doen al de woorden dezer wet.” (Deuteronomium 29:29)

Bind de getuigenis toe; verzegel de wet onder mijn leerlingen. (Jesaja 8:16)

De volgende serie aan blogs zullen laten zien dat God, tussen 1840 en 1844, het fundament van de Zevende-dags Adventisten heeft gelegd. Dit fundament betreft de waarheden weergegeven op de kaarten van 1843 en 1850. Beide kaarten zijn een vervulling van de profetie van Habakuk 2:2, waar geschreven staat “schrijf het gezicht, en stel het duidelijk op tafelen”. Wellicht bent u zich bewust van het feit dat Zevende-dags Adventisten de geschiedenis van het Joodse volk, tijdens de eerste komst van Christus, herhalen.

We willen de tijd waarin we leven begrijpen. We begrijpen het nog niet voor de helft. We aanvaarden het nog niet voor de helft. Mijn hart beeft in mij als ik er aan denk wat voor een vijand we moeten ontmoeten en hoe slecht we voorbereid zijn om hem te ontmoeten. De beproevingen van de kinderen van Israël, en hun houding net voor de eerste komst van Christus zijn mij keer op keer getoond om de positie van het volk van God in hun ervaring voor de tweede komst van Christus te illustreren – hoe de vijand elke gelegenheid zocht om de geest van de Joden te beheersen en hoe hij vandaag probeert om het verstand van Gods dienaren te verblinden, zodat ze niet in staat zijn de waardevolle waarheid te herkennen.” (1 Selected Messages 406)

De Joden dwaalden zo ver af van de ware leer dat ze Hem, die het ware fundament van hun godsdienst was, niet herkenden. Hun dwalingen en tradities leidde hen ertoe Christus af te wijzen en hun tijd van genade af te sluiten aan de verkeerde kant van de grote strijd. Modern Israël, Zevende-dags Adventisten, nu aan het einde van de wereld, bevindt zich helaas in een gelijke positie. Maar zij, die de tegenwoordige waarheid zullen begrijpen en voorbereid zijn om de komende crisis te kunnen doorstaan, zullen het werk verrichten in het herstellen van de ware fundamenten.

De fundamenten van het geloof

Ellen White doet vele uitspraken over de boodschappen die gegeven zijn tussen 1840 en 1844:

De waarschuwing heeft geklonken: Er mag niets toegelaten worden dat het fundament van het geloof verstoord, waarop wij bouwden sinds de boodschap in 1842, 1843 en 1844 kwam. Ik was in deze boodschap en altijd, sinds ik mijn stem in de wereld heb laten klinken, was ik het licht trouw, dat de Heere ons gegeven heeft. Wij zijn niet van plan om onze voeten van het platform af te halen, want ze zijn daar geplaatst toen we de Heer dag in dag uit smeekten in ernstig gebed, zoekende naar licht. Denkt u dat ik het licht dat ik van God ontvangen heb kan opgeven? Het is als de Rots der eeuwen. Het heeft mij geleid vanaf de tijd dat het gegeven werd.” (General Conference Bulletin, April 6, 1903)

In het citaat hierboven worden de waarheden die verkondigd werden in de genoemde tijdsperiode “de fundamenten van het geloof” en “het platform” genoemd. Ze worden ook gelijk gesteld aan “de Rots der eeuwen”. Christus is de Rots der eeuwen (Psalm 95:1, 1 Kor. 10:1-4). De Bijbel leert dat Christus het enige ware fundament is, waarop een christen zijn geloof kan bouwen (1 Kor. 3:9-11). Zij die hun begrip van de leer en geloofservaring op een ander fundament proberen te bouwen, doen dat ten kosten van hun redding (Matt. 7:26-27)

De waarheden, die we in 1841, ’42, ’43 en ’44 ontvangen hebben, moeten nu bestudeerd en verkondigd worden. De boodschappen van de eerste, tweede en derde engel zullen in de toekomst met een luide stem verkondigd worden. Ze zullen met oprechte vastbeslotenheid en in de kracht van de Geest gegeven worden.” (Paulson Collection 322)

Zij die als leraren en leiders in onze instituten werken moeten vast in het geloof en in de principes van de derde engel boodschap staan. God wil dat Zijn volk weet, dat we de boodschap hebben, zoals Hij hem aan ons gegeven heeft in 1843 en 1844. Wij wisten toen wat de boodschap betekende, en we moeten vandaag ons volk oproepen het woord, “verzegel de wet onder mijn leerlingen” te gehoorzamen. In deze wereld zijn er maar twee groepen, – de gehoorzamen en de ongehoorzamen. Tot welke groep behoren wij? God wil ons een apart volk maken, een heilige natie. Hij heeft ons afgescheiden van de wereld, en Hij roept ons op om op geschikte bodem te staan, waar Hij Zijn Heilige Geest op ons kan uitstorten.” (General Conference Bulletin, April 1, 1903)

De waarheden, die tussen 1840 en 1844 verkondigd werden, worden ook wel de eerste, tweede en derde engelenboodschappen genoemd. Ze zijn de boodschappen die in de toekomst met een luide stem of een “Luide Roep” worden verkondigd. De Zevende-dags Adventisten die deel willen zijn van het overblijfsel, dat God zal gebruiken om Zijn volk uit Babylon te roepen, zullen deze boodschappen bestuderen en verkondigen.

God roept ons op om onze tijd en kracht in te zetten in het verkondigen van díe boodschappen, die mannen en vrouwen in 1843 en 1844 aangrepen.” (Paulson Collection 60)

Wij hebben, net zoals Johannes, een boodschap te brengen van de dingen die we gezien en gehoord hebben. God geeft ons geen nieuwe boodschap. Wij moeten die boodschap verkondigen die ons in 1843 en 1844 uit de andere kerken heeft gebracht. We hebben de Heilige Geest nodig om in onze harten het vuur en de ernst aan te wakkeren, die toen gezien werd onder Gods volk. Ik dank de Heer, dat er nog enkelen leven die zich deze dagen kunnen herinneren en weten waarvan zij spreken.” (Review and Herald, January 19, 1905) (We zouden willen dat dit nu nog steeds het geval is).

Alle boodschappen die van 1840-1844 zijn gegeven, moeten nu met kracht worden verkondigd, want velen mensen hebben hun houvast verloren. Deze boodschappen moeten naar alle gemeenten worden gebracht. (21 Manuscript Releases 437)

De drie engelen boodschappen zijn het, die de harten van de mensen in de tijdsperiode van de Millerieten aangrepen. Dat zijn de boodschappen die ervoor zorgde dat de pioniers hun verschillende denominaties verlieten en die boodschappen dienen we vandaag nog steeds te verkondigen. Veel Zevende-dags Adventisten zijn “hun houvast (oriëntatie) kwijtgeraakt” doordat zij deze waarheden niet kennen of begrijpen. Zoals een schip verdwaalt op zee zonder kaart of kompas, zo is hun geestelijke schip verdwaald op de golven van valse leer, menselijke interpretatie, verwarring en duisternis.

—————–

Het volgende deel in deze serie is getiteld: ‘Habakuks twee tafelen: de 1843 kaart’